Bang zijn bij de tandarts is niet ongewoon. Een kwart van de Nederlanders is bang voor de tandarts. Zo'n 800.000 Nederlanders zijn zelfs zo bang dat ze niet meer durven te gaan (tandartsfobie). De kans is groot dat ze op termijn problemen krijgen aan tanden, kiezen en tandvlees. Gelukkig is er wel iets aan deze angst te doen.
De oorzaken van angst voor de tandarts kunnen heel verschillend zijn en gaan vaak terug tot de jeugd. Iemand met angst heeft in veel gevallen het nodige te verduren gehad bij de (school)tandarts. In andere gevallen is de angst doorgegeven door de ouders of afkomstig van 'griezelverhalen' op school.
De meeste mensen die tegen een tandartsbezoek opzien, gaan gelukkig wel. Toch blijven ze bang voor de boor of de verdovingsinjectie. Anderen zijn bang voor de pijn en denken voortdurend dat de tandarts een zenuw of hun tong gaat doorboren.
Om angst op latere leeftijd zoveel mogelijk te beperken is het van belang dat je je kind zo vroeg mogelijk meeneemt naar de tandarts. Uit onderzoek blijkt dat hoe eerder een kind went aan de tandarts, hoe kleiner de kans is dat er later angst ontstaat.
Een aantal tips voor tijdens de behandeling van je kind:
De tandheelkundige techniek is de laatste jaren sterk ontwikkeld. De spookverhalen van vroeger zijn allang verleden tijd. Zo kan tegenwoordig in principe alles vrijwel pijnloos.
Een aantal tips om je angst te verminderen:
Als je tandartsbezoek vaak lang uitstelt, gaat het gebit zichtbaar achteruit. Een slecht gebit doet je zelfvertrouwen en je sociale leven zeker geen goed. Je realiseert je wellicht steeds meer dat er van alles aan je gebit gedaan moet worden, waardoor de drempel steeds hoger wordt. Je zult dus iets aan de angst moeten laten doen. En dat liever vroeger dan later. Dan is het beter dit zo snel mogelijk te doen, omdat de schade altijd minder is dan wanneer je het nog langer uitstelt. Een aantal zaken is hierbij van belang:
Zit de angst voor de tandarts te diep? Neem dan je huisarts in vertrouwen en laat je doorverwijzen naar een 'angsttandarts' of een Centrum voor Bijzondere Tandheelkunde.
Hier werken speciaal opgeleide tandartsen en psychologen met elkaar samen. Ze helpen de tandheelkundige behandeling uitvoerbaar te maken en de angst tot op aanvaardbaar niveau te reduceren.
Sommige tandartsen maken gebruik van kalmerende middelen. Deze kalmerende middelen zoals lachgas, kunnen je helpen te ontspannen tijdens het tandartsbezoek. Ze worden vaak in combinatie met een locale verdoving toegepast. Tandartsen gebruiken deze middelen ook om een minimale verdoving te bewerkstelligen. Hierdoor verkeer je tijdens de behandeling in een ontspannen toestand, maar kan je wel reageren als de tandarts je iets vraagt.
Kalmerende middelen kunnen vooraf, tijdens of na de behandeling worden toegediend en kunnen zowel oraal, via inhalatie als met een injectie worden toegediend.
Soms kan het nodig zijn dat de tandarts een patiënt onder narcose brengt. Deze verliest daardoor tijdelijk het bewustzijn. Narcose wordt echter zelden toegepast en met name bij heel jonge kinderen of mensen die geen controle hebben over hun bewegingen.
Bron: Angst voor de tandheelkundige behandeling (2006) van prof. dr. A. de Jongh, tandarts angstbegeleiding en Stichting voor Bijzondere Tandheelkunde (SBT)
Je huisarts kan je doorverwijzen naar een angsttandarts of een centrum voor bijzondere tandheelkunde. Voor een overzicht van deze centra kun je terecht op de website van de Vereniging Mondzorg voor Bijzondere Zorggroepen (VMBZ).
Angsttandartsen helpen de tandheelkundige behandeling uitvoerbaar te maken en de angst tot op aanvaardbaar niveau te reduceren. Daarbij werken ze samen met psychologen.
Er zijn verschillende manieren om van je tandartsangst af te komen. Ga in eerste instantie eens een gesprek aan met je tandarts of een angsttandarts en bespreek je angst.
Om je tijdens de overstapweken een handje te helpen, geven we informatie over hoe het zit met de zorgverzekering en de aanvullende tandartsverzekering.
Lees meer over de zorgverzekering en de aanvullende tandartsverzekering.