Flossen in 5 stappen

1. Wikkel ongeveer 40 cm flosdraad om de middelvingers.
2. Span een stuk van ongeveer 2-3 centimeter flosdraad tussen de duimen en/of wijsvingers.
3. Breng de flosdraad voorzichtig tussen de tanden tot onder het tandvlees.
4. Buig de flosdraad om de zijkant van de tand en trek zachtjes met een zagende, heen- en weergaande beweging de draad van het tandvlees naar de snijrand of het kauwvlak. Ga niet zover dat het tandvlees pijn doet.
5. Herhaal stap 2 t/m 4 voor de zijkant van de andere tand of kies. Ga zo verder en sla geen enkele ruimte over.

Onbereikbare plaatsen flossen met brugnaald

Op de plaatsen waar de draad niet door het contactpunt kan worden gebracht (bijvoorbeeld bij een brug of een vaste beugel) kan toch flosdraad worden gebruikt. Dit kan in combinatie met een brugnaald. De brugnaald is een hulpmiddel om de flosdraad toch tussen de tanden te brengen op plaatsen waar dit anders niet zou kunnen. Er is ook flosdraad beschikbaar waarvan het uiteinde steviger is en als brugnaald gebruikt kan worden (superflos).

Gaas als alternatief voor flosdraad

Dun vingerverbandgaas kan gebruikt worden om achter de laatste kiezen te kunnen flossen of bij grotere openingen (spleetjes) tussen de tanden te reinigen. Het gaas wordt als flosdraad gebruikt. Na gebruik wordt het gaas weggegooid.

Overleg met tandarts of mondhygiënist voor het gebruik van flosdraad

Het is belangrijk individueel te bepalen wat de beste verzorging is voor een mond. De middelen die gekozen worden om de mond schoon te houden, moeten afgestemd zijn op de situatie in de mond. Jouw affiniteit met de gekozen middelen is belangrijk. Hoe groter de affiniteit, des te groter de kans op succes. Overleg met je tandarts of mondhygiënist welk middel het meest geschikt is.

Bron: NVvP